For the Fallen
For the Fallen
For the Fallen is geschreven door Laurence Binyon en op 21 september 1914 voor het eerst gepubliceerd, zeven weken na de start van de oorlog. Denk daar even aan: toen wist niemand nog dat die vreselijke oorlog maar liefst vier jaar ging duren en miljoenen slachtoffers zou kosten. Iedereen dacht dat voor of rond Kerstmis dat varkentje gewassen zou zijn! Binyon schreef het gedicht als een ode aan de British Expeditionary Force. Deze manschappen waren betrokken bij de start van de oorlogshandelingen aan het westelijk front. (de invasie van België en Luxemburg; specifiek de Slag om Mons).
Navrant detail: Binyon was veel minder enthousiast voor die oorlog als veel anderen in die dagen. Zowel in Duitsland, Frankrijk, Engeland, Oostenrijk en Rusland was een euforie onder de bevolking uitgebroken. ‘Nu moest het er maar eens van komen, we gaan die vijand even verslaan’ en ieder dacht dit uiteraard vanuit het eigen perspectief. Desondanks ondertekende Binyon toch de Auteursverklaring samen met 54 andere Britse auteurs die de betrokkenheid van het VK bij deze oorlog steunden. Wat dat betreft was de Duitse kunstenaar Käthe Kolwitz standvastiger, zij is zich haar leven lang blijven verzetten tegen oorlog.
Binyons gedicht bestaat uit zeven strofes. Het bekendste is het vierde, dat is ook de strofe die wij zingen en die altijd wordt voorgelezen tijdens Remembrance Day.
Hoewel het gedicht dus is geschreven naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog, dient het nu ook als ode aan de gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog. Nog iedere avond wordt het vierde vers gelezen bij de Last Post ceremonie onder de Menenpoort in Ieper en worden de gesneuvelden van beide oorlogen geëerd. De muziek die later voor het gedicht is gecomponeerd komt van Edward Elgar. Hij schreef de muziek in 1917 en werd in 1920 uitgevoerd bij de ingebruikname van de cenotaaf in Londen. Daarna is het in verschillende arrangementen bewerkt, wij zingen de versie van Mike Sammes.
2020, Karel Bruinsma
For the fallen
With proud thanksgiving, a mother for her children,
England mourns for her dead across the sea.
Flesh of her flesh they were, spirit of her spirit,
Fallen in the cause of the free.
Solemn the drums thrill; Death august and royal
Sings sorrow up into immortal spheres,
There is music in the midst of desolation
And a glory that shines upon our tears.
They went with songs to the battle, they were young,
Straight of limb, true of eye, steady and aglow.
They were staunch to the end against odds uncounted;
They fell with their faces to the foe.
They shall grow not old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning
We will remember them.
They mingle not with their laughing comrades again;
They sit no more at familiar tables of home;
hey have no lot in our labour of the day-time;
hey sleep beyond England's foam.
But where our desires are and our hopes profound,
Felt as a well-spring that is hidden from sight,
To the innermost heart of their own land they are known
As the stars are known to the Night;
As the stars that shall be bright when we are dust,
Moving in marches upon the heavenly plain;
As the stars that are starry in the time of our darkness,
To the end, to the end, they remain.